Beroepsprofiel

Internationaal Beroepsprofiel voor Euritmietherapeuten

De euritmietherapie werd in 1921 door Dr. Rudolf Steiner en Ita Wegman, arts, ontwikkeld. Het is een op zich zelf staande bewegingstherapie op basis van de bewegingskunst euritmie. De euritmietherapie werkt met een op het lichaam gerichte beweging, waarvan de werking te vergelijken is met die van een medicijn. In het beroep euritmietherapeut werken zowel vrouwen als mannen. Om de complicatie van het benoemen van beiden te vermijden, wordt de uitdrukking euritmietherapeut voor zowel mannen als vrouwen gebruikt.

Opleiding

De opleiding tot euritmietherapeut begint met de opleiding euritmie. Deze vormt de basis voor alle euritmische beroepen en de voorwaarde voor de verschillende beroepsgerichte vervolgopleidingen. De therapeutische vorm en de, in tegenstelling tot de kunstzinnige euritmie, lichaamsgerichte bewegingsaanzet van de euritmietherapie, zijn kenmerkend voor het eigene, unieke van de euritmietherapeutische opleiding. De euritmietherapeut oefent de bewegingstherapie euritmietherapie uit. Hij werkt vanuit de aan het vak gerelateerde zelfstandigheid samen met de behandelend arts en in overeenstemming met het medicijngebruik en/of andere behandelwijzen. De euritmietherapeutische oefeningen die afgestemd worden op het individuele ziektebeeld, leiden tot een evenwicht in het samenspel van lichaam, ziel en geest (de constitutie) van de patiënt.De euritmietherapie wordt ingezet in alle medisch-therapeutische gebieden.

Voorwaarden

De euritmietherapeut heeft de opleiding tot euritmist afgerond en tevens de daarop verder bouwende opleiding tot euritmietherapeut. Door de basisopleiding beheerst hij de bewegingskunst euritmie en kan het eigen lichaam als fijnzinnig bewegingsinstrument inzetten. De op zich zelf staande opleiding tot euritmietherapeut stelt in staat om de euritmische beweging zo aan te wenden als behorend bij het ziektebeeld. De opleiding biedt de mogelijkheid zowel een therapeutische relatie met de patiënt aan te gaan als ook tot een samenwerking vanuit medisch-menskundige gezichtspunten met de arts te komen. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de organisatorische en beroepsmatige aspekten van het beroep.

Bevoegdheden

1. Vakbekwaamheid

a) De euritmietherapeut is in staat, aan de hand van de diagnose en voorschrift van de arts, een speciaal op de patiënt en zijn individuele ziektebeeld afgestemd therapieplan op te stellen en uit te voeren. Dit houdt in:

b) De euritmietherapeut is in staat zelf de voor het uitoefenen van zijn beroep noodzakelijke aktualisering en scholing van zijn kunnen te organiseren. Dit houdt in:

2. Kwalificaties met betrekking tot de patiënt

De euritmietherapeut is in staat op hedendaagse wijze een verhouding met de patiënt op te bouwen, zowel in het gesprek als in therapeutische zin, waarbij hij rekening houdt met de eigenheid van de patiënt en deze ondersteunt. Dit houdt in:

3. Kwalificatie in de samenwerking met artsen en therapeuten

De euritmietherapeut is in staat zijn euritmietherapeutische aktiviteiten in verantwoorde samenwerking met een arts of een therapeut uit te voeren. Dit houdt in:

4. Kwalificaties in instellingsspecifieke samenhang.

De euritmietherapeut kan zijn activiteit in de therapeutische en sociale samenhang van een instelling integreren, bijv. in een therapeuticum, school, heilpedagogisch of sociaaltherapeutisch instituut, kliniek, bejaardentehuis of sanatorium. Dit houdt in:

a) vanuit therapeutisch oogpunt:

b) vanuit sociaal oogpunt:

5. Beroepsmatige kwalificatie

De euritmietherapeut bezit een op beroepsmatigheid gestoelde houding, die het hem mogelijk maakt zijn vak zelfstandig uit te oefenen. Dit houdt in:

Bij- en nascholingscholing

Het beroep van de euritmietherapeut vraagt een voortdurend streven naar de eigen bijscholing en verdere ontwikkeling. Beroepsverenigingen, privé-instellingen en andere instituten bieden een veelvoud van bij- en nascholingscursussen aan.